INCAS-NL Codeerhandleiding
Choenni, V., Lambregtse-van den Berg, M.P., & Kok, R. (2019). INCAS-NL Codeerhandleiding, Versie 1. Ongepubliceerd manuscript. Erasmus MC-Sophia Kinderziekenhuis; Erasmus Universiteit Rotterdam, Rotterdam, Nederland.
Psychiatrische stoornissen rondom de zwangerschap komen voor bij een aanzienlijk aantal moeders. Bij kinderen van moeders met een ernstige psychiatrische stoornis is er sprake van een verhoogde kans op het ontwikkelen van uiteenlopende problemen. Wanneer moeders in aanraking komen met de hulpverlening, worden vaak vragen gesteld over hun ouderschapskwaliteiten. Er zijn momenteel weinig instrumenten die professionals kunnen helpen om deze ouderschapskwaliteiten in een vroeg stadium na de bevalling in kaart te brengen. Om deze reden is het Infant Caregiving Assessment Scales (INCAS) instrument ontwikkeld. Het INCAS instrument kan worden ingezet bij baby’s tot ongeveer 12 maanden.
De observatie vindt thuis plaats terwijl de moeder de dagelijkse verzorging van haar baby uitvoert; een luier verschonen, een badje geven, aankleden en een voeding geven. De hulpverlener filmt de moeder en haar baby om vervolgens zicht te krijgen op de verschillende emotionele en instrumentele ouderschapskwaliteiten van de moeder. Hiervoor is het nodig om een training te volgen.
Het INCAS instrument is een wetenschappelijk onderbouwde observatiemethode. Om het instrument te gebruiken zoals bedoeld, is het van belang dat men een training volgt en succesvol afrondt. Wanneer het INCAS instrument wordt ingezet, dient te worden gerefereerd aan het artikel over de psychometrische kwaliteit en de ongepubliceerde handleiding.
Er worden verschillende training aangeboden over het INCAS instrument
Maak kennis met de ontwikkelaars van het INCAS instrument
is universitair hoofddocent bij het Department of Psychology, Education and Child Studies aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Zij is gespecialiseerd in het gebruik van observaties om meer inzicht te krijgen in sociale interacties tussen ouders en kinderen en gedrag van kinderen in een sociale context.
Haar onderzoek richt zich op de vraag waarom sommige kinderen meer moeite hebben met het volgen van de sociale normen en waarden van hun gezin, school en samenleving dan anderen. Zij onderzoekt onder meer de rol van opvoeders in het leren controleren en sturen van gedrag, emoties en cognitie in de vroege kinderjaren. Zij bestudeert deze vragen in gezinnen die te maken hebben met diverse ongunstige omstandigheden, zoals psychiatrische of psychosociale problemen en/of een sociaal-economische achterstand, maar ook in gezinnen waar dit niet speelt.
is werkzaam als (kinder- en jeugd)psychiater, IMH-specialist en universitair hoofddocent in het Erasmus MC-Sophia Kinderziekenhuis. Zij combineert patiëntenzorg en wetenschappelijk onderzoek op het gebied van peripartum psychiatrie en infant mental health. Hierbij ligt de focus op preventie, vroegsignalering en behandeling van ouderlijke psychopathologie tijdens en na de zwangerschap,
met specifieke aandacht voor de ouder-kindrelatie en de ontwikkeling van het (ongeboren) kind. Zij coördineert de Combipoli Psychiatrie/Kinder- en Jeugdpsychiatrie voor ouders met (ernstige) psychiatrische problemen en hun kinderen tot 4 jaar. Zij is bestuurslid van het Landelijk Kenniscentrum Psychiatrie en Zwangerschap en van de Stichting Mind2Care. Tevens is zij redacteur van het eerste Nederlandstalige Handboek Psychiatrie en Zwangerschap, dat in 2015 is verschenen.
is werkzaam als promovendus bij de afdeling Kinder- en Jeugdpsychiatrie in het Erasmus MC-Sophia Kinderziekenhuis. Zij heeft onderzoek gedaan naar de psychometrische kwaliteit van het INCAS instrument. Hiervoor werkte zij samen met meerdere ziekenhuizen en verloskundigenpraktijken, waar zij zowel moeders met een ernstige psychiatrische stoornis als gezonde moeders benaderde voor deelname aan de studie ‘Opvoeden met INCAS‘.
Binnen haar promotie-onderzoek richt zij zich verder op ernstige psychiatrische en/of persoonlijkheidsstoornissen bij moeders voorafgaand aan hun zwangerschap en het verband met ouderschapskwaliteiten, de ontwikkeling van het kind en de kwaliteit van de ouder-kindrelatie. Zij houdt zich verder bezig met de implementatie van het INCAS instrument in wetenschappelijk onderzoek en het werkveld. Naast haar promotie-onderzoek is zij werkzaam geweest als gedragswetenschapper bij Jeugdbescherming Rotterdam-Rijnmond en werkt zij momenteel als psycholoog bij Youz (Parnassia Groep).
Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipiscing elit. Praesent urna eros, viverra a imperdiet id, egestas at quam. Cras tincidunt mi est, ac mollis tellus consectetur luctus
Choenni, V., Lambregtse-van den Berg, M.P., & Kok, R. (2019). INCAS-NL Codeerhandleiding, Versie 1. Ongepubliceerd manuscript. Erasmus MC-Sophia Kinderziekenhuis; Erasmus Universiteit Rotterdam, Rotterdam, Nederland.
Our work provides several implications for the use of the INCAS, together with directions for future research. The INCAS could be particularly useful in a treatment setting in which questions arise about maternal parenting capacity. Next to psychopathology, this could
Heeft u een vraag of opmerking? Neem dan contact met ons op via het onderstaande contactformulier